Praktijktips

• Let op de juiste timing van interventies. Sommige vragen/opmerkingen zijn te vroeg om te horen. Het vragen voor sympathie is in het begin vaak niet geschikt. Hierop kan je beter wachten totdat het gesprek al verder gevorderd is.
• Je moet goed naar de partijen luisteren, op een open, geïnteresseerde en onbevooroordeelde manier. Ook moet je partijen naar elkaar laten luisteren door zaken van elkaar te scheiden (inhoud en emotie).
• Laat non-verbaal en verbaal duidelijk merken dat je luistert. Dit kan door o.a. samenvatten, reflecteren en controlevragen stellen.
• Maak gebruik van metacommunicatie. Dit houdt in dat je communiceert over de manier van communiceren. Benoem wat je merkt en laat de partijen hierop reageren.
• Stel open vragen. Met een gesloten vraag kan je snel op een conclusie over gaan en krijg je ook veel minder informatie.
• Maak gebruik van mutualiseren: hierbij benoem je de gemeenschappelijke feiten en belangen en sta je stil bij positieve aspecten. Het zorgt ervoor dat men niet meer automatisch de schuld bij een ander neerlegt.
• Ondersteun de partijen bij brainstormen. Laat ze zelf nadenken en benadruk dat elk idee een goed idee is. Hierbij kun je als mediator het ‘out of the box’ denken stimuleren.